1

Geen baas die haar kwijt was, niemand die haar zocht. Na al het zwerven dacht ze geluk te hebben, een man nam haar mee. De man bond haar vast aan een stuk touw op zijn erf. Gelaten liet ze het toe, uren, dagen, weken lag ze aan het touw. Het wondje aan haar oor, tja daar deed hij niks mee. Ze mocht geen euro kosten, het was toch niet zijn hond. Weken heeft hij haar laten zitten, met een wond die per dag erger werd. Wat zal ze een pijn hebben. Toen het te erg werd wilde de man van haar af, een schot door haar hoofd was zijn plan. Een vriend van het asiel hoorde van dit meisje aan het touw, het meisje met de verschrikkelijk wond. Gelukkig mocht onze vriend haar meenemen. Nu is ze bij ons, gelaten ondergaat ze alles, niet wetende of we goed zijn of de zoveelste zijn die haar vertrouwen zullen beschadigen. Haar blik, het snijd door onze ziel. We gaan voor je zorgen lief meisje, je bent veilig.